Hoe bespeel je een viool?

Een viool spelen is lastig. Je moet er flink op oefenen. Maar als je het eenmaal onder de knie hebt, is de beloning groot: de viool is één van de elegantste instrumenten die er in heel de wereld te vinden is en brengt één van de mooiste geluiden voort. Wil je weten hoe je een viool bespeelt? Of kunt leren bespelen? In dit artikel leggen we je het stap voor stap uit.

Je eerste viool aanschaffen

Violen zijn heel verfijnde instrumenten. Dat betekent dat ze ook relatief duur zijn. Voor een beginnersviool – dan hebben we het nog niet over een viool van heel hoge kwaliteit – betaal je al snel zo’n twee- of driehonderd euro. Professionele modellen zijn nog een stuk duurder. Als je een volwassene met een gemiddelde lichaamsbouw bent, dan kies je voor een viool in standaardformaat. Er zijn ook kinderformaat violen, maar als volwassene heb je hier niet veel aan.

Welk formaat heb je nodig?

Als volwassene gebruik je dus meestal een standaardformaat, maar het kan ook zijn dat je een maatje kleiner nodig hebt. In specialistische muziekwinkels kunnen ze je armlengte opmeten. Je houdt de viool dan in de speelpositie (zoals je hem houdt als je hem gaat bespelen) en strekt vervolgens je linkerarm. De viool heeft de juiste lengte als de toppen van je vingers boven de vioolrol liggen. Gaat je arm hier ver voorbij, dan is de viool te klein voor je.

Welke accessoires horen bij een viool?

Als je een speelbare viool koopt, die je ook speelklaar kunt onderhouden, dan heb je het volgende nodig:

  • Een kinsteun

  • Een schoudersteun (voor als de viool zwaar op je schouder rust)

  • Vioolhars (hiermee hou je de strijkstok in optimale staat)

  • Strijkstok (deze verslijten, dus moeten om de zoveel tijd vervangen worden)

  • De viool is idealiter ook van gestemde snaren voorzien

  • Tot slot dient het geheel in een vioolkoffer opgeborgen te kunnen worden.

Verschillende soorten snaar

Je kunt meerdere soorten snaar aanschaffen. Het onderscheid zit hem in de kern van het materiaal. Om de snaar wordt metaal gewikkeld om hem voor de violist bespeelbaar te maken:

  • Staal – de klank van stalen snaren is helder en luid, al vinden sommige violisten dat het wat “krasserig” klinkt

  • Darm – van de drie opties is darm het duurste, maar ook met het fraaiste geluid. Het lastige van darm is dat het moeilijk te onderhouden is

  • Nylon – nylon heeft een synthetische kern en wordt vaak gezien als het beste materiaal voor de beginner.

Optimaal gebruik strijkstok

Om je strijkstok optimaal te kunnen gebruiken, dien je er colofonium op aan te brengen. Dit is een ander woord voor vioolhars. Je hebt een donkere en een lichte variant. De prijs voor vioolhars is niet duur. Hars is vaak hard en doorzichtig en komt in een verpakking van papier. Je pakt het bij het papier vast en strijkt het enkele keren over de haartjes van de strijkstok.

De viool stemmen

De snaren van de viool moet je stemmen. Hiervoor kun je het beste een elektronische tuner kopen. Deze heb je al voor zo’n 20 euro. De snaren moeten in G, in D, A en E worden gestemd (hoog naar laag). Het is mogelijk een zogenaamde “fijnstemmer” op je viool te installeren.

Vastpakken strijkstok

Als je de strijkstok vastpakt, plaats je eerst het middelste kootje van je wijsvinger op de speciale handgreep van de strijkstok. Dit is het deel van de stok dat iets is afgevlakt. Je vindt het enkele centimeters boven de spanknop. Nu leg je het bovenste kootje van je pink op het afgeplatte stokdeel. Krom je vinger licht. Voor middelvinger en ringvinger geldt dat het middelste kootje op de top van de pink moet rusten. Je duim plaats je onder de stok.

Probeer te ontspannen

Het kan goed zijn dat de houding in eerste instantie wat tegennatuurlijk is, maar als het goed is wen je er vanzelf aan. Probeer je hand losjes en ontspannen te houden. Dit kost oefening (oefening baart kunst) voor je het goed kunt. Je hand moet ook iets gekromd zijn, alsof je een stressballetje vasthebt. Zorg er in ieder geval voor dat je handpalm niet rust op de strijkstok. Hoe meer je handpalm hierop rust, hoe minder controle je over de beweging kunt uitoefenen.

Oppakken van de viool

Als je zittend speelt, zorg dan voor een rechte rug. Houdt de viool bij de hals vast. Voor een rechtshandige viool geldt dat je de hals met links vastpakt. De onderkant van de viool plaats je in je hals. De achterkant rust dan op je sleutelbeen. Met je kaak hou je de viool op een vaste plek.

Gebruik kinsteun

Raar maar waar: het is niet je kin, maar je kaak die op de kinsteun moet rusten. Het had dus eigenlijk “kaaksteun” moeten heten maar dat bekt natuurlijk niet zo lekker. De steun is om te voorkomen dat de viool van je schouders zal afglijden. Violisten klemmen hun viool door naar rechts en naar onder te kijken. Ook dit is een houding waar je even aan zult moeten wennen.

Stabiel houden

De krul van je viool moet altijd van je afwijzen. Je houdt je viool stabiel door de zijkant van je duim op de hals te plaatsen. Je vrije vier vingers buig je rond de toets. Dit is de zwarte plaats die je aan de bovenzijde van de nek vindt. Let op dat je linkerpols de toets niet raakt. Als beginner moet je hand zo hoog als mogelijk op de hals van de viool worden geplaatst. Je wijsvinger moet wel de vrijheid hebben om langs die hals naar beneden te glijden.

Zo bespeel je snaren

Je bespeelt de snaren met de platte zijde van de strijkstokharen. Deze hou je ongeveer halverwege tussen toets en brug. Als je de strijkstok over de snaren trekt, moet je dit zo recht als mogelijk doen. Oefen lichte druk uit. In eerste instantie zal het je flink wat moeite kosten mooi geluid te produceren, maar als je voldoende oefent, wordt het vanzelf beter. Als je meer druk uitoefent, verandert ook het geluid – teveel druk zorgt voor onzuiver geluid.

Oefenen, oefenen, oefenen

De beste manier om te oefenen is met zogenaamde “open snaren”. Dit houdt in dat je ze niet met je vingers indrukt. De nek van de viool rust tussen linkerduim en wijsvinger. Door je ellenboog omlaag of omhoog te bewegen, verander je de nadruk die de strijkstok op de snaar legt.

Korte of lange streken?

Bij vioolspel wordt van zowel korte als lange streken gebruik gemaakt. De uitdaging zit erin met zowel korte als lange streken mooi geluid te maken. Ook moet je in staat kunnen staat uit elke snaar afzonderlijk geluid te kunnen krijgen, zonder dat de andere snaren ook klinken. Het fijne van viool is dat je minder druk hoeft uit te oefenen dan bij bijvoorbeeld de gitaar.

Makkelijke en moeilijke vingers?

Je wijsvinger is je sterkste vinger – hier wijs, prik en stuur je mee. Druk uitoefenen met je wijsvinger is makkelijker dan met je andere vingers. Je pink gebruiken is het lastigste. Om je pink te gebruiken, heb je de meeste oefening nodig. Als je net begint met vioolspelen, is het advies je alleen zorgen te maken over de wijsvinger, de middelvinger en de ringvinger. De pink komt laten wel – als je de beweging met de andere drie vingers onder controle hebt.

Toonladders oefenen

Een toonladder bestaat uit een aantal tonen die zich in hoogte opvolgen, als de treden van een trap – omhoog of omlaag. In elk goed vioollesboek zul je uitgebreid informatie vinden over hoe je toonladders kunt spelen. Op één instrument kun je altijd meerdere toonladders maken.

Maak er routine van

Je leert het beste als je van vioolspel routine maakt. Het wordt aangeraden viool – maar ook elk ander instrument – iedere dag te oefenen. Plan hiervoor een sessie in van zo’n 15-20 minuten. Meer is niet nodig als je de basis onder de knie wil krijgen. Je hersenen zijn zo ingesteld dat ze het liefst zoveel mogelijk handeling op “automatische piloot” doen, dus zonder dat je erbij na hoeft te denken. Vioolspel gaat op automatische piloot als je veel oefent.

Geduld is een schone zaak

Goed viool leren spelen, draait allemaal om het hebben van veel geduld. Het gaat zeker niet vanzelf en je zult er ook niet in een week goed in zijn. Viool is een instrument dat heel veel oefening nodig hebt. Het is veel moeilijker er zuiver geluid uit te krijgen dan bij bijvoorbeeld de piano.

Automatische piloot: goed of slecht?

Allebei. Elk muziekstuk is anders. Als je een muziekstuk speelt, moet je op elke afzonderlijke noot focussen. Doe je dit op automatische piloot, dan hoort je publiek dat. Je spel is dan misschien wel technisch zuiver, maar het klinkt afgeraffeld en inspireert niet. Forceer jezelf je op elke noot te concentreren. Als het op de handbewegingen aankomt is automatische piloot wel nodig – je hand moet automatisch kunnen volgen wat jij met je gedachten ingeeft.

Talent en discipline

Twee mensen die viool leren spelen, zullen niet even snel leren. Bij de één gaat het net wat sneller dan bij de ander. Maar onthoud dat het nooit vanzelf gaat. Om ergens écht goed in te worden, moet je dagelijks blijven oefenen, hoeveel talent je er van nature ook voor hebt.

Lees ook onze tips over deze aanverwante onderwerpen:

Een viool leren bespelen? YouTube helpt je op weg

In deze video vind je de basistechnieken van viool spelen en de eerste basisoefeningen:

Op jouw succes!